15 april 2025. Onze berg bloeit open.
De natuur is de laatste week in een stroomversnelling terechtgekomen. Na de amandelbomen bloeien nu de kerselaars en de pruimelaars. De bernagie of het komkommerkruid heeft zich in onze tuin fel verspreid en lokt nu zoveel mogelijk insecten als het kan en opent dus wijd zijn honderden bloemetjes. Ook de judaspenning wil niet onderdoen voor zijn buur en staat nu op zijn mooist. Zij aan zij pronken ze op onze berm volop in het zuiden met hun kopjes gericht naar de zon. Een zon die we deze week veel minder hebben gezien en die we volgens het Franse weerbericht de rest van de maand april een beetje zullen missen.

Volgens hen wordt het een natte, niet echt warme maand en zo, versta ik, een moeilijke maand voor onze zaailingen. Niettegenstaande de minder goede weervoorspellingen hebben we reeds een heleboel vers gezaaide potjes klaarstaan in onze serre. Anne heeft zich ontfermd over de verschillen bloemzaden terwijl ik de moestuinzaden heb verdeeld over de potjes. Anne heeft zich eens goed laten gaan en heel wat soorten bloemenzaad uitgestrooid. Ik heb mij beperkt tot de klassiekers in de groentetuin zoals komkommer, courgetten, aubergine en pompoenen. Alleen met de tomaten ben ik niet bescheiden gebleven en heb ik heel wat verschillende soorten gezaaid. Uiteraard zijn er kerstomaten, de coeur de boeuf en de gewone ronde maar nu ook gele peervormige, zwarte en opnieuw zelf gedroogd en overwinterd tomatenzaad. Deze zaden zijn reeds ontkiemd en een vijftigtal plantjes reiken al een tiental centimeters hoog. Nog een aantal centimeters hoger en ze kunnen uitgeplant worden. Hoewel mijn handen jeuken, en dat was al sinds de eerste enkele zonnige dagen, wacht ik toch best tot na de "ijsheiligen". In de moestuinbakken zijn de, voor en tijdens de winter geplante groenten, nu ook eindelijk wakker geworden. De wintersla oogt prachtig en is klaar om te plukken. De harde krakende bladeren smaken een beetje bitter maar zijn een ware lenteverfrissing in onze borden. Dezelfde sla die ik in december in de serre had gezaaid schiet zelfs op en dus hoogtijd om gegeten te worden. Ook de rode kolen die ik in november vorig jaar heb gezaaid, hebben hun weg omhoog gevonden. Maar deze zullen nog wel een hele tijd nodig hebben om uit te groeien tot volle, ronde, rijpe rode kolen.


De sluimererwten zijn flink gegroeid en de tuinbomen staan in bloei. Ik hoop, niettegenstaande we de zon minder zullen zien, dat de temperaturen niet te laag blijven want dan wordt het ook voor de insecten, die al de bloemetjes moeten bestuiven, niet gemakkelijk. Over dat laatste maak ik mij nu zoveel zorgen. Ik wandelde eergisteren met onze Wannes langs heel ons domein en wat mij ergerde was de grote stilte op vele plaatsen. Ik herinnerde mij dat ik de vorige jaren het gezoem van bijen, hommels, wespen en andere insecten duidelijk hoorde om en bij de bloemetjes. En hoewel diezelfde bloemetjes vandaag weer van de partij zijn, was het gezoem verschrikkelijk minder. Hebben we onze insectenpopulatie definitief de genadeslag gegeven met onze, om ter dodelijkste insecticiden? En zijn we hopeloos te laat met een algemeen verbod op deze giftige stoffen voor natuur en mens? Ik vrees van wel en merk vooral dit jaar dat Anne en ik hen missen in onze serres en tuin. Of ik gelijk heb, zal blijken uit de hoeveelheid vruchten die de verschillende fruitbomen zullen dragen deze zomer en of de zaden volgende lentes zullen ontkiemen of onbevrucht zullen wegrotten. Hopelijk is dit een tijdelijk fenomeen en kan de natuur zich herstellen nadat de mens weerom zijn grote fout heeft ingezien.
Waar ik echt fier op ben dit jaar is de hop die zich goed heeft ontwikkelt. Waar deze plant vorig jaar slechts over een tweetal scheuten beschikte, ontwikkelen zich nu een zevental scheuten die hun weg naar boven al vroeg op het jaar gevonden hebben. Hopelijk wordt de groei niet geremd door één of andere champignon (door te veel regen ontwikkelt deze schimmel zich in de hopbladeren waardoor deze bruin kleuren en afvallen en zo de plant volledig lamlegt) en mogen we dit jaar genieten van een paar hopbellen.


Kortom, de natuur op onze berg is in volle lente-ontplooiing. En Anne en ik helpen deze uiteraard graag een handje. Zo hebben we de laatste weken heel wat werk verricht door sommige planten in toom te houden en andere meer ruimte te geven. samen met mijn tuinman heb ik nog een paar bomen neergelegd en ontmanteld maar belangrijker: we hebben elektriciteit gelegd tot aan het kippenhok.
We hebben een sleuf gegraven van zestig meter lang van voor het huis tot achter het kippenhok en hier tweemaal twee contactpunten aangesloten. Het graafwerk was een zware klus door de vele stenen, groot en klein, die her en der het spitten vermoeilijkten. De losgemaakte zoden werden na het inbrengen van de elektriciteitsdraad en beschermbuis weer op hun oorspronkelijke plaats gelegd. Het aanbrengen van de draad in één stuk in de aparte twee meter lange beschermbuizen, heeft ons wel de nodige hersenbrekers bezorgd. Minutenlang stonden de tuinman en ikzelf te overleggen en te testen tot een vrij eenvoudige oplossing opdook. We hebben er nadien hartelijk om gelachen want de meest ingewikkelde arrangementen legden we elkaar voor. Maar eens alles duidelijk was, werd de klus, zonder het aansluiten van de contactpunten, op een dag geklaard. Het was zwaar werk maar waar een wil is een weg. De volgende dag plaatste ik de stopcontacten aan beide zijden van het kippenhok(dat ondertussen al lange tijd geen kippen meer huist) en sloot alles aan. Alles werkte van de eerste keer en dat deed mij blozen van fierheid. Gras maaien, pompen en knutselen zullen vanaf nu een stuk makkelijker gaan. Vroeger sloot ik twee verlengdraden op elkaar aan om de afstand te overbruggen wat vooreerst gevaarlijk is maar vooral zeer omslachtig. Dat gefoefel behoort nu tot het verleden.
Anne en ik hebben twee vruchtbare weken achter de rug en zijn blij met het gepresteerde werk. Het domein ligt er gereed en verzorgd bij en wij beiden zijn klaar voor de komende zomer. Ik hoop op niet te warme dagen met tussendoor een flinke geut regen en dan zal ook de natuur op onze berg volop zijn gangen kunnen gaan en ons voorzien van al dat lekkers dat moeder aarde ons schenkt.