Maart 2025. Opnieuw stielmannen over de vloer.
Er is ondertussen opnieuw heel wat gebeurd op onze berg. We hebben een hoop karweien afgewerkt in de moestuinen waardoor die nu helemaal klaar zijn om te zaaien en te planten. Ik heb de moestuinbakken achter de woning helemaal vernieuwd en die zien er prachtig uit. De oude, versleten planken zijn verwijderd en vervangen door hogere nieuwe schrijnwerkersplanken. De grond is gefilterd en aangevuld met eigen en gekochte potgrond. De eigen potgrond is gevormd door de bladeren die ik vorige herfst heb bijeengeharkt en verzameld in zelfgemaakte houten compostbakken. Deze plantaarde is nog heel ruw en daarom heb ik die aangevuld met fijnere aangekochte teelaarde. De mengeling lijkt mij geschikt om de komende lente en zomer mooie groenten te oogsten. De bakken waren absoluut aan vernieuwing toe. De oude planken waren ondertussen een tiental jaren oud en vielen her en der uiteen. Ik had de laatste jaren al heel wat opknapwerk uitgevoerd maar deze keer viel er niet veel meer op te lappen. Versleten is versleten en vandaar het zware werk en dus volledig vernieuwen. De nieuwe moestuinbakken ogen mooi. Ze zijn hoger waardoor het gemakkelijker werken is voor onze oude lichamen. De vormgeving van de moestuin is dezelfde gebleven omdat de overkapping, die tijdens hete zomers voor de nodige schaduw moet zorgen vooral voor de sla, is blijven staan. Dit houtwerk is jonger dan de kweekbakken en blijkt nog stevig. Hoewel ik tussendoor al hier en daar een lat heb vervangen.

We zijn fier op het gedane werk en hopen op een vruchtbaar jaar. De eerste plantjes zoals de tuinbonen staan ondertussen al vijftien centimeter hoog te wiegen in de wind en de sluimererwten, die ik half februari heb geplant, steken hun kopjes juist boven de grond. Ik had sluimererwten geplant op twee verschillende plaatsen. In de plantbak aan de zuidkant staan ze juist boven terwijl de erwten in de kweekbak in de moestuin in het vroegere kippenhok één voor één verdwenen als ze pas ontkiemden. Aanvankelijk dacht ik aan slakken maar het andere jonge groen bleef onaangeroerd. Ik merkte wel dat er rondom de gekiemde erwt altijd een klein kuiltje was alsof iets zijn neus hier in de grond duwde. Bij verder onderzoek bleek het om woelratten te gaan die op zoek waren naar een hartig hapje. Iedere pas ontkiemde erwt was een streling voor deze dieren hun sterke reukzin. Ze konden er niet aan weerstaan en dus elke nacht opnieuw verdwenen de nieuwe erwtenscheuten. Netten rondom en over de moestuinbak haalden niets uit en dus was de plundering geheel. Er restte ons niets meer van de juist geplante sluimererwten. De enige oplossing voor deze tegenstanders is: de sluimererwten kweken in bakjes in de serre en ze dan uitplanten als ze volledig gekiemd zijn en vooral groot genoeg zijn om geen malse maaltijd meer te vormen voor deze vierpotige gulzigaards. Ondertussen heb ik wel rattenvergif gelegd op, wat ik denk, strategische plaatsen. Waarschijnlijk zullen de woelratten niet helemaal verdwijnen maar hun populatie zal hierdoor zeker niet exponentieel toenemen. Wat je ook voorziet om deze vijand tegen te houden, ze zijn je steeds te slim af en dus ben je er beter op voorbereid en vermijd je best hen hartelijke hapjes voor te schotelen. Wat ook een oplossing kan bieden zijn sommige planten plaatsen die een geur verspreiden die de woelrat niet graag ruikt. Venkel, lavendel, munt en kamille zijn een paar voorbeelden. Ook wij zullen deze planten verspreid over de moestuin inschakelen. Wel plaats je deze planten zo centraal mogelijk in je kweekbak want ik weet niet hoe ver de reukzin van de woelrat reikt. Inmiddels ontkiemen de nieuw geplante sluimererwten in de serre en hopelijk kan ik ze de laatste week van maart verpoten en ben ik de allesverslinders in onze moestuin hopelijk te slim af geweest.
Ook ons huisje heeft een kleine opknapbeurt gekregen. Anne en ik hopen dat dit nu de laatste grote werken waren aan de buitenkant van ons stulpje. Het dak van de garage was indertijd niet vervangen wanneer we het grote dak hebben vernieuwd. Ik heb daar nu een beetje spijt van want de prijzen zijn sinds toen (een twaalftal jaren geleden) de pan uitgevlogen. De offerte voor het dakje was niet mals maar langer wachten konden we echt niet meer. De nokpannen waren erg aangetast en sommigen waren gebarsten en anderen lagen los. De cement was door de jaren heen tot stof herleid. Langs de muur van de woning sijpelde het water, toegegeven bij stortregen, binnen en heel wat dakpannen waren aangetast door zwammen. Neen, nog langer wachten was geen optie en dus besloten we om er voor te gaan niettegenstaande de vrees voor de Zuid-Franse "laisser aller mentaliteit" van de werknemer. Vorige week maandag zouden ze eraan beginnen om negen uur. Wij, vroeg uit ons bedje; ik, een snelle wandeling met onze Wannes en gelukkig nog tijd over voor een rustig ontbijt. Om negen uur stipt stonden we de dakdekkers op te wachten. Rond halftien kreeg Anne telefoon: ze vonden ons adres niet. Moet je weten dat deze firma reeds driemaal bij ons is komen werken. Ze hebben nieuwe ramen gestoken, de vliegramen geplaatst en de garagedeur vervangen, maar deze "lorejas" vindt ons adres niet. Na een viertal telefoontjes en een uur later arriveerden de twee gasten. Het eerste wat de slimste van de twee zei als hij mij zag was: "De Gps deed het niet en stuurde mij naar overal behalve hier." Ik schudde het hoofd maar zei verder niets. Hij parkeerde hun lichte vrachtwagen en kwam naar mij toe gewandeld. Zonder zich voor te stellen of mij te groeten zei hij op bevelende toon: "Kan ik u om een tas koffie vragen?" Mijn gezicht moet boekdelen gesproken hebben want hij keerde snel terug naar de vrachtwagen en gaf een paar bevelen aan zijn compagnon die duidelijk nog in opleiding was. Ja, in het land der blinden is één oog koning.
Hij bekeek zijn opdrachtblad en wandelde opnieuw mijn richting uit. "Het zal vier dagen duren om uw dak er weer mooi rood te laten uitzien." Waarop ik streng antwoordde: "De kleur is van geen belang als het dak maar doet waarvoor het dient: namelijk water buiten houden. De nok en de zijkanten moeten totaal vernieuwd, de gebroken pannen vervangen en dan het hele dak reinigen en waterdicht maken." Hij draaide zich om naar zijn ondergeschikte, vroeg om de ladder te plaatsen en eindelijk begonnen ze te werken. Het was ondertussen bijna elf uur.


Iets voor de middag werd er op de binnendeur geklopt. Ik opende de deur op een kier want onze Wannes houdt niet van indringers. Daar stonden de twee werknemers met een bevroren maaltijdbox in hun handen. "Wil je deze even opwarmen in de microgolfoven?" was zijn vraag op bevelende toon. Ik keek hem aan en antwoordde:" Wij hebben geen microgolfoven, al jaren niet meer." Hij keek naar de grond, draaide zich om en verliet de garage samen met zijn compagnon. Iets over twee uur wandelde ik even naar buiten omdat het nog altijd heel stil was op de werkvloer. Die twee luieriken lagen nog te dutten in hun vrachtwagen. Ze hoorde mij de de garagedeur sluiten en schoten plots in actie. Ik vroeg wat er scheelde maar zonder respons kroop de chef op ons dak. Ik keerde weer naar binnen. Een halfuur later hoorde ik stukken pan op het dak van onze houtberging vallen maar schonk er verder geen aandacht aan. Iets voor vier uur ging ik opnieuw een kijkje nemen en tot mijn grote woede en frustratie hadden die twee klungelaars één zijkant van het dak hersteld zonder ook maar één dekzeil te hebben gebruikt.

Het dak van de houtberging lag vol met scherven, cementresten en verse cement die in pakken her en der lag te drogen. Ik sprak "één oog" hierover aan maar het enige wat hij zei was: "Mijne compagnon zal dat wel kuisen en we hebben geen dekzeilen meegekregen." Ik antwoordde krachtig dat als hij geen zeilen meehad, hij er mij altijd had kunnen om vragen en dat ik ze zelfs zelf zou gelegd hebben. Hij draaide zijn hoofd weg en werkte verder alsof er niets aan de hand was. Ik deed er het zwijgen toe want besefte dat deze meneer weer de slimste van de hoop was en discuteren met hem geen zier zou uithalen. Hij was en bleef de slimste en zou dus nooit bijleren. De volgende dag braken ze de nok af. Tegen de middag was de klus geklaard en riep hij mij naar buiten. "Voor vandaag zit het werk erop. Ik heb geen zeilen bij maar het gaat deze namiddag en nacht niet regenen, dus maak je geen zorgen." Hij draaide zich om en vervoegde zijn makker in de vrachtwagen. Ze aten hun lunch en rond twee uur lagen ze zoals de vorige dag nog te pitten. Ik spurtte iets over tweeën naar buiten en klopte op zijn ruit. "Wat nu? Je kan toch de nok beginnen opbouwen. Al het materiaal is aanwezig." zei ik kordaat. "De bazen rammelen al genoeg met ons voeten en ik doe het kalmpjes aan. Die patroons denken dat ze zich alles kunnen permitteren en ik ben dat beu. Ik als werknemer denk er het mijne van en doe mijn verdomde goesting." Mijn antwoord was klaar en duidelijk: "Ik heb wel altijd aan de werkgeverskant gestaan en wat jij nu doet is tijd en geld stelen van je baas." Hierop keerde ik weer naar binnen. Een twintigtal minuten later vertrokken de werknemers. Ik besefte dat ze na mijn woorden liever elders hun tijd gingen verdoen dan voor onze woning. De volgende twee dagen vorderde het werk. De kloeke werknemer was alleen en dat beviel hem niet. De derde voormiddag werkte hij de zijkant en de nok af. Ten slotte veranderde hij de gebroken en gebarsten pannen om dan de rest van het dak te behandelen. Bij het afspuiten van de pannen met de hogedrukreiniger verbruikte hij zo maar eventjes 2500 liter water voor een oppervlakte van ongeveer 90 vierkante meter. Dat wij niet aangesloten waren op het net en dus van regenwater moesten leven; ging niet in zijn kopje. Alles werd afgespoten zelfs de nieuw geplaatste garagedeur en het vogelhuisje dat aan de voorgevel hangt. Had Anne niet op haar vingers gefloten en een kruis gemaakt met haar armen om hem te tonen dat het hogedrukgedoe meer dan genoeg was, had hij verder gedaan tot al het water op was. Gelukkig had ik zijn hogedrukreiniger aangesloten op de pomp en het regenwatervat voor de tuin en niet op de installatie voor onze woning. De laatste dag kwam een halfuur na zijn aankomst zijn baas hem even controleren. Na een korte babbel onder elkaar, vroeg de werkgever wat we vonden van zijn Fernando, de Portugees. Toen hij de naam en afkomst van zijn werknemer vernoemde, viel voor mij de puzzel perfect ineen. Zowel Anne als ikzelf vertelden hem de waarheid. Fernando was een zeer goede vakman maar hij deed enkel wat op zijn opdrachtblad stond en verder gaf hij om niets. Daarenboven bestal hij zijn baas door in samenwerking met de commerciële de duurtijd van de werken opzettelijk veel langer te doen uitschijnen op papier dan in werkelijkheid. OP deze manier pikten ze vele uren waardoor Fernando het zichzelf heel gemakkelijk maakte op kosten van het bedrijf en uiteindelijk wij, de klanten. Ik vertelde de patroon dat hetzelfde karweitje op tweeënhalf zelfs twee dagen kon geklaard worden in plaats van vier. De baas vertelde ons dat hij al zijn twijfels had en dat hij dit gegeven verder intern zou uitzoeken.


Anne en ik zijn wel blij met het resultaat maar de nevenschade is aanzienlijk. De dakgoten waren niet uitgekuist en gespoeld. Het dak van de houtbergplaats niet gekuist noch nagekeken en gelukkig had ik alle goten naar de watervaten afgesloten en stroomde het afvalwater of de straat op of achter het huis in een speciaal daarvoor geplaatste afleidingsgrondgoot. Zelfs hieraan had Fernando en co niet gedacht. Hij deed wat hem gevraagd was en dat was een dak er weer stralend rood laten uitzien. En ja, dat is hem gelukt. Verder hebben zijn chef en wijzelf hem steeds gewezen op het perfect waterdicht maken en afwerken van zijn werk. Kortom weerom vier dagen van stress en ongeloof over de stielman met als instelling: als het voor vandaag niet is dan is het voor morgen. Blijkbaar de leuze van elke werknemer en arbeider in Zuid-Frankrijk. We doen wat ons gevraagd is en meer niet. Enkel als de baas op aanraden van de klanten de opdracht uitbreidt, doen we wat meer.
Ik heb samen met Anne nog twee dagen gekuist, opgeruimd en opnieuw aangesloten na de werkzaamheden maar al bij al toch gelukkig omdat uiteindelijk ons huisje aan de buitenkant volledig in orde is voor zover werkvolk betreft. Overige klussen zoals pleisteren en schilderen van de muren dat kunnen we zelf. En zoals jullie weten wat je zelf doet, doe je beter. En zoals jullie zien op de foto hierboven: het vogelhuisje is helemaal opgeknapt en klaar om binnenkort opnieuw een nestje van pimpelmezen te ontvangen. Eind goed, al goed.